Hij maakte de Amsterdamse wallen beroemd en liet Nederland weer lezen. De Cock met ceeooceekaa beleeft in oktober zijn zeventigste en laatste avontuur. Meer dan zeven miljoen boeken zijn verkocht, in tientallen landen werden ze vertaald. Een profiel over de schrijver die schuilt achter het succes van de bekendste rechercheur van ons land: Appie Baantjer (85).
Appie legt altijd eerst ergens een lijk neer en dan ziet ie wel verder, vertelt Simon de Waal, scriptschrijver van de televisieserie en politieman. Een typische schrijver, aldus auteur van zijn biografie en vriendin Geertje Bos. ‘Ideeën komen ineens in hem op. Hij heeft alleen een naam nodig en dan verzint hij de rest zelf.’
Het wereldwijde succes van De Cock is volgens De Waal vooral te wijten aan de sympathieke hoofdpersoon. ‘Het zijn feel good boeken. Appie vindt het fijn om een verhaal goed af te laten lopen. De moordenaar wordt altijd gestraft. Zonder dat Ap het in de gaten had, is de herkenbaarheid van die herhaling een universele gouden formule geweest.’
Met De Cock heeft Appie de mensen weer leren lezen, stelt goede vriend Douwe Woudstra. Dat zegt Ap zelf ook: ‘Ik ben gaan schrijven om de mensen te vermaken’. Appie houdt niet van intellectueel gedoe, merkte de auteur van zijn biografie. Bos: ‘Hoewel hij niet schroomt om moeilijke onderwerpen aan te kaarten. Als je erop let, vind je in al zijn werken wel een citaat uit de Bijbel of een volkswijsheid. Hij wil de mensen op deze manier normen en waarden bijbrengen. In zijn geboorteplaats Urk vragen ze zich wel eens af waarom hij zijn gave van het woord niet heeft gebruikt als dominee.’
Solist
Baantjer is De Cock en De Cock is Baantjer. Twee mannen die gefascineerd zijn door de Amsterdamse wallen. Maar wie een oude man gehuld in beige regenjas aan de toog van een bruine kroeg verwacht, komt bedrogen uit. De Cock drinkt weliswaar graag cognac in het donkere café van Smalle Lowietje, Baantjer daarentegen geniet veel meer van een goed glas wijn in huiselijke kring.
Volgens biografieschrijfster Bos is Appie in de loop der jaren wel steeds meer naar het personage uit zijn boeken toegegroeid. ‘De Cock is echt zijn alter ego. Ik heb de biografie ook niet voor niets Baantjer alias De Cock genoemd.’ Natuurlijk lijkt De Cock op Appie, zegt ook schrijver De Waal. ‘Ze zijn beiden oprecht geïnteresseerd in mensen en hebben allebei geen spierballen’, lacht hij. ‘Want Appie zou net als De Cock nooit schelden of geweld hebben gebruikt in zijn werk als rechercheur.’
Stoerdoenerij was er dus niet bij: ‘Een menselijke rechercheur, niet echt een machotype zoals je die vroeger nog veel had’, omschrijft Joep de Groot zijn oud-collega Baantjer. Maar net als De Cock kon Appie in zijn politiewerk erg solistisch zijn. Terwijl teamwerk begin jaren tachtig allang was ingeburgerd, ging Appie die laatste dienstjaren gewoon zijn eigen gang, vertelt De Groot. ‘En als de korpsleiding er al iets over zei, was dat weinig succesvol. Hij was vrij eigenwijs en kon bij wijze van spreken ja zeggen en nee doen.’
‘Toch was Appie een geliefde collega. Hij kon dingen goed op papier zetten en hielp op die manier zijn collega’s met lastige rapporten. Die nam ie dan mee naar huis. Dat was misschien een halve dag werk, maar dan bleef ie gerust twee dagen thuis. Van het politiewerk is ie nooit overspannen geworden’, grinnikt De Groot. ‘Ik denk dat veel verhalen in de baas zijn tijd geschreven zijn. Maar iedereen accepteerde het, Appie kon een potje breken.’
Dicht deurtje
Ondanks zijn bekendheid en ‘knap dikke bankrekening’ is Appie volgens oud-collega De Groot nooit veranderd. Een aardige, aimabele man, die met iedereen gemakkelijk contact maakt. Ook met mensen die hij niet kent, vertelt Theo de Reus, oprichter van www.baantjer.org én politieman. De Reus ging op zaterdag regelmatig mee naar signeersessies in boekhandels door het hele land. ‘Dan zat Ap aan zo’n tafel en stonden de mensen rijen dik voor een handtekening. En voor iedereen nam hij ruim de tijd. Daar was ik echt verbaasd over.’
Goede vriend Douwe Woudstra beaamt dat, maar weet dat Appie zo zijn grenzen heeft. ‘Appie gelooft in de mensheid tot het tegendeel bewezen is. Maar als het fout gaat, is het klaar.’ Als iemand hem belazerd gaat er echt een deurtje dicht, ontdekte ook biografe Bos. ‘Veel mensen gaan met hem om omdat hij bekend is. Die kan hij net zo hard weer laten vallen. Dat soort vriendschappen laat hij heel makkelijk los door het gewoon te laten wapperen en geen contact meer op te nemen.’
Iedere maandag rijdt Woudstra naar Baantjers woonplaats Medemblik. ‘Eerst ga ik naar de markt om een pond kibbeling. Daarna drinken we een goed glas wijn en eten we tot het vet langs onze monden druipt.’ Woudstra ontmoette de schrijver twaalf jaar geleden tijdens het uitlaten van zijn hond. ‘Ik herkende hem niet eens, had nog nooit een boek van hem gelezen. Maar beide mannen bleken een brede interesse van geloof tot wetenschap te hebben en graag discussie te voeren. ‘Hij is scherp van geest en weet ontzettend veel. Het is echt verbluffend wat ie soms uit zijn mouw schudt. Ik snap niet dat die harde schijf in zijn bovenkamertje na 85 jaar nog niet vol is.’
Publieksgeil
Goede vriend Woudstra merkte dat Appie in interviews toch een andere man dan thuis is. ‘Heel anders. Ik vroeg me wel eens af of ie dat acteert. Laatst op televisie bij Knevel: dan praat ie anders, trekt iedereen naar zich toe en als je niet oppast steelt ie echt de show. Gelukkig weet hij dat inmiddels wel van zichzelf en zegt ie ook: ‘Dan doe ik anders.’’
‘Vooral aandacht van vrouwen vindt ie mooi, ‘schone vrouwen’ noemt ie ze.’ Volgens Woudstra geeft Appie graag complimentjes. ‘Het is een spel. Maar sommige vrouwen nemen dat serieus en gaan erop in. Zo stond Appie een keer met een moeder en dochter te praten. Die moeder klom zowat in Appie. Dan sta ik er echt met kromme tenen bij. Die dochter schaamde zich ook dood. Op zulke momenten zeg ik ‘Dames, hij moet naar huis’ en sleur ik hem mee.’
Baantjer is net als zijn alter ego De Cock een publieke figuur geworden. Hij wordt overal voor gevraagd: de opening van een winkel, een rondtocht over de wallen of een lezing. ‘En eigenlijk doet Appie het allemaal. Hij geniet ervan’, vertelt biografe Bos. ‘Dat komt omdat ie toch wel een beetje ijdel is.’ Woudstra noemt zijn vriend zelfs ontzettend publieksgeil. ‘Hij zegt vaak dat iedere Nederlander hem kent.’ Woudstra lacht: ‘Dan moet ik Appie weer met beide benen op de grond zetten. ‘Nee Ap’, zeg ik, ‘de mensen die je boeken lezen en de serie kijken, dié kennen je.’ Als iemand hem op straat bijvoorbeeld niet herkent, kan ie oprecht verbaasd reageren.’
‘Zodra er geen belangstelling voor hem is, baalt ie en daar pest ik hem wel eens mee.’ Maar, vervolgt Woudstra, ‘Appie wil niet alleen erkenning, hij wil vooral aardig gevonden worden. Raoul Serré van het Baantjermuseum in de Amsterdamse Warmoesstraat beaamt dat Appie altijd alles prima vindt. ‘Voor het museum hebben we zijn hele huis leeggehaald. Zelf vond ik het wel wat raar. Maar iedere keer was er weer iets bijzonders: een Russische vertaling of de sabel die hij bij de politie droeg. Wij hebben het geluk dat Appie geen kinderen heeft. Ik denk dat hij daarom ook zoiets heeft van ‘neem die spullen maar’.’
‘Totdat de muren in zijn huis wel erg kaal worden, dan schrikt ie’, vertelt goede vriend Woudstra. ‘Soms kan ik weinig hoogte van Appie krijgen, kan hij weer geen nee zeggen. Toen zijn vrouw Marretje nog leefde, deed zij dat. Ze nam vaak de telefoon op en zei dan dat ie er niet was.’
Geraniums
Appie kan slecht nee zeggen omdat hij het liefst onder de mensen is, verklaart schrijver De Waal. ‘Hij is niet graag eenzaam. Zeker na het overlijden van zijn vrouw een jaar geleden. Daar heeft hij het heel erg moeilijk mee gehad en nog.’ Marretje was zestig jaar lang de leidraad in het leven van Appie. Woudstra prijst de bijzondere harmonie tussen het stel. ‘Appie kan soms nog in huilen uitbarsten als we het over haar hebben.’ Ook schrijfster Bos leerde zijn emotionele kant kennen. ‘We hebben meer dan eens samen zitten huilen. Hij heeft De Cock in zijn laatste boek met opzet niet dood laten gaan, dat kan hij niet.’
Na de dood van zijn vrouw is Appie’s inspiratie een beetje opgedroogd, erkent Woudstra. Hij was al met zijn 71ste boek begonnen, maar na het overlijden van Marretje lag het stil. ‘De schrijverij lukt me niet meer’, zei hij tegen schrijfster Bos, ‘ik krijg het niet meer voor elkaar’.
Hoewel Baantjer nu een definitieve streep onder De Cock heeft gezet, vindt de schrijver het lastig om te stoppen. De Waal vertelt dat Appie en hij al zijn begonnen om samen een boek te schrijven. ‘We zijn allebei geen grote ego’s, geven elkaar de ruimte en dat werkt.’ Vriend Woudstra heeft er zijn twijfels bij. ‘Appie is toch wel een einzelganger in het schrijven geweest. Hij laat zich niet zomaar dwingen.’ Toch is Woudstra blij dat Appie nog niet achter de geraniums zit. ‘Ik ben wel eens bang voor het moment dat ie echt stopt, dan gaat ie dood.’
CV
1923 – Geboren op 16 september 1923 in Urk
1945 – Agent op het hoofdbureau van de politie in Amsterdam
1953 – Opleiding tot rechercheur
1961 – Winnaar verhalenwedstrijd in Het Parool, Het moraal van het cliché
1965 – Verschijning 1e roman bij De Arbeiderspers, De Cock en de wurger op zondag
1974 – Verschijning 1e roman bij De Fontein, De Cock en de dode harlekijn
1983 – Na 38 dienstjaren bij de Amsterdamse politie met pensioen
1994 – Start van de televisieserie Baantjer bij RTL4
1996 – Eerste Baantjerdag met fans in de rosse buurt van Amsterdam
1998 - Ridder in de orde van Oranje-Nassau door burgemeester Medemblik
2003 – Uitreiking Korpsaward van het Amsterdamse politiekorps
Uitreiking OBA Lifetime Achievement Award - Openbare Bibliotheek Amsterdam
Uitreiking GNM Meesterprijs - Genootschap van Nederlandse Misdaadauteurs
2008 – Verschijning biografie door Geertje Bos, Baantjer alias De Cock
Verschijning 70ste en laatste De Cock, meer dan 7 miljoen exemplaren totaal verkocht